De Tweede Kamer heeft op 11 december jl. met ruime meerderheid ingestemd met wetsvoorstel 34.231 (Herziening partneralimentatie), waarmee de partneralimentatieduur wordt teruggebracht van 12 naar 5 jaar. Het voorstel werd al in 2015 door VVD, D66 en de PvdA ingediend, maar werd tussentijds meermaals aangepast.
Dat de Kamer zou instemmen met het wetsvoorstel, kwam niet als een verrassing. Al tijdens het Kamerdebat op 6 december werd duidelijk dat zich een grote meerderheid aftekende die vóór het voorstel zou stemmen. Alleen de christelijke partijen (CDA, ChristenUnie en SGP) zeiden zich nog te beraden over hun stem.
Volgens de nieuwe wet bedraagt de duur van de partneralimentatieplicht de helft van het aantal huwelijksjaren, met een maximum van vijf jaar. Wie vier jaar getrouwd was, moet dus twee jaar alimentatie betalen. Er zijn uitzonderingen voor mensen die minder kans hebben om na een echtscheiding snel in hun eigen levensonderhoud te kunnen voorzien. De uitzonderingen in het kort:
- mensen die vóór 1 januari 1970 zijn geboren en langer dan 15 jaar zijn getrouwd, hebben recht op 10 jaar alimentatie;
- bij echtparen met kinderen onder de 12 jaar heeft de ex-partner recht op partneralimentatie totdat het jongste kind de 12-jarige leeftijd heeft bereikt;
- na een huwelijk van minimaal 15 jaar, waarbij de alimentatiegerechtigde de AOW-leeftijd binnen 10 jaar na de scheiding bereikt, heeft hij/zij recht op partneralimentatie tot het moment dat AOW wordt ontvangen, met een maximum van 10 jaar;
- het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd door de alimentatieplichtige leidt niet meer automatisch tot het vervallen van de alimentatieverplichting;
- alimentatiegerechtigden boven de 50 die langer dan 15 jaar getrouwd waren, krijgen 10 jaar partneralimentatie.
Deze uitzondering vervalt 7 jaar na inwerkingtreding van de nieuwe wet.
Overigens heeft de rechter in alle gevallen het laatste woord. De mogelijkheid om in schrijnende gevallen een langere termijn dan 5 jaar toe te wijzen, blijft bestaan.
De wet gaat niet over kinderalimentatie (daarvoor ligt wetsvoorstel 34.154 klaar) en heeft geen terugwerkende kracht. Voor echtparen die vóór de inwerkingtreding uit elkaar gaan, blijven dus de huidige regels gelden.
Vooralsnog is het de bedoeling dat de nieuwe wet op 1 januari 2020 in werking treedt. Het woord is nu aan de Eerste Kamer.